29 november 2011

Goed boeren


November is niet de beste maand om over onze moestuin te beginnen. Veel is er niet meer te beleven. De oogst is achter de rug, de vruchtbare zavelgrond wacht op de winter. November is wel de periode waarin de strakke contouren van onze groentetuin goed uitkomen: acht door waddenschelpen omgeven bedden van 1.80 bij 1.80 meter. Postzegels zijn onze akkertjes vergeleken met de arealen van de boeren die, zo ver het oog reikt, op grote schaal granen, pootaardappelen en suikerbieten verbouwen. Overal liggen nu nog bergen suikerbieten te wachten op transport naar de fabriek. De hopen getuigen van een rijke landbouwtraditie. Op de site van Boerenbusiness is de agrarische betekenis van onze gemeente terug te vinden. Enkele voorbeelden. De Marne is nummer 3 op de landelijke lijst van gemeenten met telers van pootaardappelen. Op de ranglijst van de aantallen hectares graan per inwoner neemt de gemeente de tweede plek in. Qua suikerbieten bezet de gemeente de 20e plaats. Het is kortom goed boeren in De Marne (24.000 hectare, 11.000 inwoners). Dat blijkt ook uit andere overzichten op Boerenbusiness.nl. De Marne is derde op de lijst van gemeenten met akkerbouwbedrijven met de grootste omzetten en negende op de lijst met de meeste 'honderd bunderboeren.' En wist u dat in De Marne bijna 6000 schapen en 1000 geiten rondlopen, dat er acht biologische groentetelers zijn, dat bij negen boerderijen windmolens draaien, dat vier landbouwbedrijven zogenoemde agro-toeristen ontvangen, dat twintig boerinnen fulltime op hun landbouwbedrijf meewerken waarvan twee boerinnen zonder boer? In onze moestuin van 1/400ste bunder vindt u dit niet terug. Desondanks is het ook voor agrarische leken zoals wij in goed boeren. Zelfs in november.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.


Klik hier als je wilt reageren.

26 november 2011

Weerwoord


Twee fauteuils telt onze woonkamer. Voor ieder van de bewoners één. De zetels staan, in een hoek van 75 graden ten opzichte van elkaar, precies goed. Zij bieden een prima zicht op interieur en exterieur. Plus: de afstand tot de tv is vanuit beide posities even groot. Het acht uur journaal van de NOS is het best bekeken programma. Niet dat wij iets tegen RTL-nieuws hebben maar omdat wij voor Nederlandse, en zeker voor Groningse begrippen tamelijk laat eten, is acht uur een betere optie voor het tv-nieuws dan half acht. We volgen het zjoerrrnaal zoals wij de uitzending intern aankondigen, vaak met het bord op de schoot met de afstandbediening, de telefoon en een i-pad binnen handbereik. Tegen de tijd dat het nieuws door Erwin Kroll, Gerrit Hiemstra of een hunner collega’s van WeerOnline wordt afgesloten, zijn we klaar met de avondmaaltijd. Over WeerOnline zijn we niet tevreden. Sinds wij in Molenrij (Kloosterburen) wonen, ergeren wij ons aan de schets van het weer van de afgelopen 24 uur én aan de verwachting voor de komende dag(en). Terugblik noch voorspelling komen overeen met wat wij (hebben) ervaren. Heeft Erwin het over een bewolkte dag, dan schijnt hier de zon. Of andersom. Voorspelt Gerrit regen en wind dan is het in Noord-Groningen windstil en droog. Of andersom. Helemaal storend is het gebruik van het woordje 'kust' door de weermannen. Zodra Erwin en Gerrit over de kust spreken, zuchten we. De heren bedoelen uitsluitend de Hollandse Noordzeekust. 'Onze' Waddenkust beschouwen zij klaarblijkelijk niet als een kust. Even verwarrend is het gebruik van de windstreken in hun weerbericht. Duidelijk is dat Molenrij niet in West- of Zuid-Nederland ligt maar horen wij volgens Erwin en Gerrit nu tot Noord- of Oost-Nederland? Zelden is het duidelijk. Graag zouden wij Erwin en Gerrit hierover aanspreken. Vanuit onze gerieflijke fauteuils lukt dat helaas niet. Het nare van televisie is immers dat je als kijker(s) geen enkel weerwoord hebt.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.


Klik hier als je wilt reageren.

22 november 2011

Appellation contrôlée


De traditie leert dat de laatste appel aan een boom moet blijven hangen om voor het volgende jaar zeker te zijn van een goede oogst. Geen idee of moderne fruittelers deze traditie nog toepassen. Wij wel. We leven nu eind november en nog altijd klampt één appel zich vast aan het uiteinde van de kruin van een van de drie appelbomen in onze tuin. Vandaag bekeken we de verweesde vrucht van dichtbij. Er hing een druppel aan. Alsof de appel zacht weende. Huilde zij om haar gebrek aan rijpe schoonheid - oogappel noch sierappel kon je haar noemen? Stemde haar eenzaamheid tot droefheid? Of traande zij vanwege de kwetsuren, haar toegebracht door hongerige merels en eksters? We besloten de appel te laten hangen. Niet vanwege de oogst volgend jaar - die laten we graag over aan de nieuwe bewoners van ons huis - maar als eeuwenoud symbool van kennis, vrede, macht en eeuwige jeugd. De treurende nablijver leek ons bovendien een twistappel noch een rotte appel. Nu zijn wij, eerlijk is eerlijk, allesbehalve appelkenners. Jaarlijks oogsten wij acht á negen kistjes met appelen maar nog altijd hebben wij geen flauw idee om welke soort het gaat. Een deel van de oogst eten we zelf, de appels smaken heerlijk. Een deel van de opbrengst schenken wij aan dankbare buren, kennissen en familieleden. Het restant voeren we in tijden van sneeuw en ijs op het gras in onze tuin aan de merels, de eksters én aan de mooie kramsvogels uit Scandinavië. Maar nogmaals: geen notie hebben we welk appelras wij onze (gevederde) vrienden voorschotelen. Van een gegarandeerde appellation contrôlée is dus geen sprake. Daarom doen wij een appèl op de lezers van deze blog. Bijgaand ziet u de laatste hangappel. Geef haar alstublieft een naam. Het zal haar lijden verzachten en haar kracht geven om te blijven hangen tot ze erbij neervalt.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.


Klik hier als je wilt reageren.

19 november 2011

Onder de pannen

Er liggen té veel pannen op het dak. Kent u die uitdrukking? De zegswijze stamt vermoedelijk uit de tijd van pannendaken zonder dakbeschot of isolatie. Zulke daken zaten vol met kieren. Je kon er doorheen kijken. Hoe is anders de betekenis van spreuk te verklaren: té veel personen luisteren ongewenst mee. Dé plek in de huiselijke sfeer waar luistervinken onwelkom zijn, is de slaapkamer. Zeg nu zelf. Nu wil het geval dat wij deels onder de schuine kap aan de achterzijde van onze woning slapen. Zouden buitenstaanders ons daar horen? Zeker weten van niet, meenden wij. Van binnen is de kap niet alleen voldoende beschoten en geïsoleerd, de dubbele Rode Mulden pannen aan de buitenzijde staan bekend om hun vermogen zich aan te passen aan de panlatten op het dak. Ergo: ze kieren niet. We liggen goed onder de pannen. Vanwaar toch die naam Rode Mulden, vroegen wij ons, jaren geleden wél af, toen wij voor alle zekerheid een partijtje reservepannen op de kop tikten. Hoewel je de Rode Mulden ook in Groningen geregeld tegenkomt, kon niemand de naam, de herkomst en de kenmerken van de pan verklaren. Dat lieten we niet op ons zitten. We verdiepten ons in de klassieker onder de dakpannen. Al gauw kwamen we erachter dat de pan in 1881 in de Duitse deelstaat Rheinland-Pfaltz werd ontwikkeld door baksteen- en dakpanfabrikant Wilhelm Ludowici. Plus: de Mulden (circa 415 bij 245 millimeter) is uitgerust met dubbele ribben en een dubbele sluiting. De waterafvoer vindt plaats via twee gootjes ('Mulden' in het Duits) aan weerszijden van een opstaand randje in het hart van de pan. Tot zover deze verhandeling over ons 'luisterrijke' dak. Later bespreken we de bakstenen van ons huis. Dan ook antwoord op de vraag of de muren hier oren hebben.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.


Klik hier als je wilt reageren.

16 november 2011

Stand.nl



Grote en kleine dromen, helderziende dromen, lucide dromen, nachtmerries. Mensen fantaseren wat af in hun slaap. Sommigen kennen dromen een betekenis toe. Anderen doen ze af als bedrog. Hoe dit ook zij, dromen leveren soms een aardig verhaal op. Zo dagdroomden wij dezer dagen over een gastoptreden in Stand.nl, het populaire middagprogramma op Radio 1 waarin luisteraars kunnen reageren op en stemmen over een actuele en prikkelende stelling. De gedroomde stelling luidde: op het platteland is het goed toeven. Als stand-in zaten wij in de studio om de bewering te staven. Onze belangrijkste troeven waren de rust en de ruimte op het platteland. Enkele bellers toonden zich kritisch. Zij wezen op het gebrek aan voorzieningen. Onzin, reageerden wij verwijzend naar onze eigen standplaats in Groningen. Toegegeven, zonder auto kom je hier niet ver, maar voorzieningen genoeg. Overal vind je op nog geen vijf of tien minuten rijden echt nog winkels, scholen, huisartsen, sportterreinen, noem maar op. Benieuwd waren wij naar de eindstemming. Hoeveel procent van de 250.000 luisteraars zouden de stelling hebben onderschreven? Ruim de helft, schatten wij, op basis van stand-up gesprekken met willekeurige bezoekers aan ons dorp. Vanwaar toch dit visioen vraagt u zich af? Dat zit zo. De jongste Funda-statistieken over onze woning bereikten ons terwijl wij naar Stand.nl luisterden. Ons huis staat nu twee maanden te koop. De stand van zaken is als volgt: 3.600 mensen hebben de woning op de makelaarssite virtueel bekeken. Enige tientallen keren werd de brochure van de woning gedownload of werd op andere wijze gericht gereageerd. Een droomresultaat kun je de cijfers niet noemen, we leven per slot van rekening niet in een droomwereld. Maar het is een mooi begin. Ondanks de crisis zit de stemming zit er bij de kopers én bij ons nog volop in. De verkoop van ons huis, is meer dan een wensdroom.

12 november 2011

Routewijzer



Navigatieapparaten. Routeplanners. Reisuitzetters. Automobilisten kunnen niet meer zonder. Randstedelijke familieleden, vrienden, kennissen en collega's maken steevast gebruik van deze toestellen in hun voertuigen om ons huis te vinden. Niet altijd met succes trouwens. Nog altijd komt het voor dat hun TomTom's ze óf de verkeerde kant op sturen óf dat zij via een belachelijke omweg hier geraken. Niet zelden bellen ze radeloos ('het wordt ietsjes later') op om naar de juiste weg te vragen. 'Geen probleem, het is maar twee uur rijden vanuit de Randstad, een kwartiertje extra kan er nog wel bij,' dempen we dan de paniek. Wat bij de aankomst van niet-van-hier-gasten meer nog dan de fouten in hun navigateurs opvalt is de tunnelvisie van deze apparatuur. Navigatiemachines zijn ware asfaltjunks. Geen oog hebben ze voor de omgeving, laat staan voor de beleving ervan. Terwijl het anders kan. Iedereen spreekt tegenwoordig over app’s dus waarom geen applicatie (lees: toepassing) in de TomTom's en hun soortgenoten ingebouwd die automobilisten wijst op bijzonderheden rondom. Neem de route naar ons dorp vanaf de (juiste) afslag aan de A7. Ter hoogte van Sebaldeburen wordt dan vermeld dat in deze streek ontdekkingsreiziger Abel Tasman werd geboren. Bij het zien van de affakkelpijp ten noorden van Grijpskerk wordt uitgelegd dat zich hier een van Nederlands grootste locaties voor de ondergrondse opslag van aardgas bevindt. Voor de historische sluis in Zoutkamp verwijst een bord naar de palingrokerij van Gaele Postma. Hij vangt zijn vis in het prachtige Reitdiep, de oude vaarroute tussen de stad Groningen en de Waddenzee. Enfin, zo kunnen we doorgaan. Automobilisten worden niet alleen wegwijs gemaakt maar ze leren en passant ook. Het spreekt vanzelf dat navigatietoestellen met zulke app's routewijzers heten.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.


Klik hier als je wilt reageren.
 

9 november 2011

Hogere sferen

De troposfeer is het onderste deel van de dampkring maar we zien er helemaal niets van. Een aaneengesloten wolkendek verhindert al drie dagen elk uitzicht omhoog. Geen gaatje in de egaal grijze lucht is ons gegund. Het is kortom geen weer om over (naar huis) te schrijven. Maar we zijn niet voor een gat te vangen. Wordt de atmosfeer ons niet gegund, dan richten we ons toch op de herfstsfeer met kleurrijk gebladerte in onze tuin. Geen tekst ditmaal. Beelden zeggen genoeg. Blader mee en kom, met ons, down to earth in hogere sferen.











5 november 2011

Uit de hoogte

Het moet uit de lengte of uit de breedte komen, luidt de zegswijze. De betekenis van de spreuk kennen we. Het moet hoe dan ook gebeuren, het moet hoe dan ook betaald worden, willen we ermee zeggen. Gek eigenlijk dat de uitdrukking zich beperkt tot de x-as en de y-as. Waarom niet driedimensionaal de z-as erbij betrokken. Of spelen hoogte en diepte soms geen rol van betekenis? We kwamen over deze kwestie te spreken tijdens een van onze dagelijkse ontbijten voorin de woonkamer. We zitten daar graag vanwege het ochtendlicht en vanwege het uitzicht op het haventje. Ineens beseften we dat we letterlijk uit de hoogte neerkeken op de afgemeerde jachtjes. Het hoogteverschil bedraagt wel een meter, zei de een. Hoe kom je daar nu bij, volgens mij zitten we hier zeker twee meter hoger, zei de ander. Het dispuut vroeg om een nader onderzoek. Nog dezelfde dag ontdekten we dat de waarheid zoals vaak in het midden lag. Het hoogteverschil tussen het maaiveld voor de deur en het gemiddelde waterpeil in 'ons' haventje bedroeg ruim 1,6 meter. Het Waterschap Noorderzijlvest toonde op haar website een grafiek met de waterstanden van de afgelopen week bij een meetpunt even verderop. De niveaus schommelden rond het streefpeil: ruim 90 centimeter beneden zeeniveau (onder NAP). De hoogte van het erf vonden we bij Actueel Hoogtebestand Nederland. De AHN-website bezit een handige 'postcodetool'. Typ een postcode in en het niveau van het gebied wordt getoond. In ons geval: 0,7 meter boven NAP dankzij de vroegere kwelderwal waarop het dorp is gebouwd. We vielen elkaar in de armen. Boven zeeniveau, wat een opluchting! Mocht de robuuste Waddendijk vier kilometer van hier het ooit begeven dan houden wij tenminste droge voeten. Het is maar dat u uit de lengte of uit de breedte op de hoogte bent.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.


Klik hier als je wilt reageren. 

1 november 2011

Molenaarskind

Het is tijd om twee geheimen te verklappen. Eén: ons te koop aangeboden huis staat niet in Kloosterburen maar 500 meter verderop in Molenrij. Postaal en telefonisch valt dit dorp met 140 inwoners weliswaar onder Kloosterburen maar topografisch is Molenrij nog een aparte entiteit met eigen plaatsnaamborden. Twee: de naam Molenrij dient niet letterlijk te worden genomen. Ooit stonden er twee molens (sommigen menen drie molens) maar dat is lang geleden. Molenrij is kortom niet het Kinderdijk van het noorden. Kinderrijk is het dorp daarentegen wel (weer). De afgelopen jaren zijn er aardig wat baby's geboren en hebben zich enkele gezinnen met kinderen in Molenrij gevestigd. Hetgeen merkbaar is rond Sinterklaas, Sint Maarten en carnaval, of als de jeugd aan het vissen is in de haven. Noordwest Groningen mag te boek staan als een streek met een dalend inwonertal, voor Molenrij gaat die vlieger niet op. Hier is geen sprake van krimp. Molenrij heeft wél haar steentje bijgedragen aan de groei van de wereldbevolking. De zeven miljardste inwoner werd deze week op aangeven van de Verenigde Naties verwelkomd. Niet Molenrij maar India streek met de eer. Helaas. Maar geen nood. In 2025 is er weer een kans. Dan al wordt de acht miljardste aardbewoner verwacht. Zelf wonen wij tegen die tijd niet meer in Molenrij maar twee (geheime) adviezen willen wij de achterblijvers meegeven. Doe aan gezinsplanning! Wil het dorp eeuwige roem vergaren en voor altijd als zelfstandige locatie op de kaart blijven staan dan is de geboorte van de acht miljardste wereldbewoner dé mogelijkheid om die doelen te verwezenlijken. Nu al lobbyen bij de demografen van de Verenigde Naties strekt tot aanbeveling. En zorg dat er tegen die tijd op zijn minst één molen is herbouwd. Want wat is er attractiever dan een molenaarskind als acht miljardste.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.

Klik hier als je wilt reageren.