Er
liggen té veel pannen op het dak. Kent u die uitdrukking? De zegswijze stamt
vermoedelijk uit de tijd van pannendaken zonder dakbeschot of isolatie. Zulke
daken zaten vol met kieren. Je kon er doorheen kijken. Hoe is anders de betekenis
van spreuk te verklaren: té veel personen luisteren ongewenst mee. Dé plek in de
huiselijke sfeer waar luistervinken onwelkom zijn, is de slaapkamer. Zeg nu
zelf. Nu wil het geval dat wij deels onder de schuine kap aan de achterzijde van
onze woning slapen. Zouden buitenstaanders ons daar horen? Zeker weten van niet,
meenden wij. Van binnen is de kap niet alleen voldoende beschoten en geïsoleerd,
de dubbele Rode Mulden pannen aan de buitenzijde staan bekend om hun vermogen
zich aan te passen aan de panlatten op het dak. Ergo: ze kieren niet. We liggen
goed onder de pannen. Vanwaar toch die naam Rode Mulden, vroegen wij ons, jaren
geleden wél af, toen wij voor alle zekerheid een partijtje reservepannen op de
kop tikten. Hoewel je de Rode Mulden ook in Groningen geregeld tegenkomt, kon
niemand de naam, de herkomst en de kenmerken van de pan verklaren. Dat lieten
we niet op ons zitten. We verdiepten ons in de klassieker onder de dakpannen.
Al gauw kwamen we erachter dat de pan in 1881 in de Duitse deelstaat
Rheinland-Pfaltz werd ontwikkeld door baksteen- en dakpanfabrikant Wilhelm
Ludowici. Plus: de Mulden (circa
415 bij 245 millimeter) is uitgerust met dubbele ribben en een dubbele
sluiting. De waterafvoer vindt plaats via twee gootjes ('Mulden' in het Duits) aan
weerszijden van een opstaand randje in het hart van de pan. Tot zover deze verhandeling over ons 'luisterrijke' dak. Later bespreken
we de bakstenen van ons huis. Dan ook antwoord op de vraag of de muren hier
oren hebben.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Klik hier als je wilt reageren.