19 november 2011

Onder de pannen

Er liggen té veel pannen op het dak. Kent u die uitdrukking? De zegswijze stamt vermoedelijk uit de tijd van pannendaken zonder dakbeschot of isolatie. Zulke daken zaten vol met kieren. Je kon er doorheen kijken. Hoe is anders de betekenis van spreuk te verklaren: té veel personen luisteren ongewenst mee. Dé plek in de huiselijke sfeer waar luistervinken onwelkom zijn, is de slaapkamer. Zeg nu zelf. Nu wil het geval dat wij deels onder de schuine kap aan de achterzijde van onze woning slapen. Zouden buitenstaanders ons daar horen? Zeker weten van niet, meenden wij. Van binnen is de kap niet alleen voldoende beschoten en geïsoleerd, de dubbele Rode Mulden pannen aan de buitenzijde staan bekend om hun vermogen zich aan te passen aan de panlatten op het dak. Ergo: ze kieren niet. We liggen goed onder de pannen. Vanwaar toch die naam Rode Mulden, vroegen wij ons, jaren geleden wél af, toen wij voor alle zekerheid een partijtje reservepannen op de kop tikten. Hoewel je de Rode Mulden ook in Groningen geregeld tegenkomt, kon niemand de naam, de herkomst en de kenmerken van de pan verklaren. Dat lieten we niet op ons zitten. We verdiepten ons in de klassieker onder de dakpannen. Al gauw kwamen we erachter dat de pan in 1881 in de Duitse deelstaat Rheinland-Pfaltz werd ontwikkeld door baksteen- en dakpanfabrikant Wilhelm Ludowici. Plus: de Mulden (circa 415 bij 245 millimeter) is uitgerust met dubbele ribben en een dubbele sluiting. De waterafvoer vindt plaats via twee gootjes ('Mulden' in het Duits) aan weerszijden van een opstaand randje in het hart van de pan. Tot zover deze verhandeling over ons 'luisterrijke' dak. Later bespreken we de bakstenen van ons huis. Dan ook antwoord op de vraag of de muren hier oren hebben.

Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.


Klik hier als je wilt reageren.