Prinses
Maxima is het meeste geliefde lid van het koningshuis. Geen wonder. Ze is blijmoedig
en ontwapenend. Haar populariteit steeg naar ongekende hoogte toen zij haar
man, de aanstaande koning van Nederland, ‘een beetje dom’ noemde. U herinnert
zich de aanleiding. Willem-Alexander had op onhandige wijze geprobeerd
duidelijk te maken dat schoonvader Jorge Zorreguieta geen vuile handen had
gemaakt tijdens de militaire dictatuur in Argentinië. Maxima noemde de
uitglijder van haar geliefde naderhand een ‘inschattingsfoutje.’ Niemand nam
het haar kwalijk. Want een beetje dom zijn we allemaal wel eens. Het leven is een
aaneenschakeling van inschattingsfoutjes, nietwaar? Laatst betrapten wij onszelf
ook op een stommiteit. Vanachter het aanrecht zagen we door het keukenraam een strooiwagen
passeren. De pekelauto verbaasde niet. Het was midwinter, de lucht was nog vochtig
en het had ’s nachts flink gevroren. ‘Hebben wij nog strooizout?’ vroeg een van
ons. De ander schrok. ‘Die plastic zak met dat witte spul die ik bij het
opruimen van de schuur heb weggegooid: was dat zout dan? Ik dacht aan kalk of
zo.’ ‘Dat was dan een beetje dom,’ antwoordde de vragensteller, ‘maar geen punt
hoor, ik koop wel nieuw zout. Kijk ik meteen even op gladheidsmelder.nl.’ We
ontdekten de site enige tijd geleden. De ANWB lanceerde haar eind 2011 om ‘als
Nederlanders samen de winter door te komen.’ De voorziening is bedoeld voor het
lokaal doorgeven van gladde stoepen en fietspaden en zo. Alles wat je hoeft te
doen is je gladde adres in te tikken en de melding wordt op een voor iedereen toegankelijke
kaart weergegeven. We besloten terstond om voortaan bij vorst en neerslag niet
alleen (vers) zout te strooien op onze oprit en eigen parkeerplekken maar ons ter
voorkoming van uitglijders tevens digitaal nuttig te maken als doorgewinterde gladheidmelders.
Dat is minder dom.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Cabaretier
en imitator Wim Kan hoefde tijdens zijn oudejaarsconferences maar een bril op
te zetten en te zeggen ‘twee dingen goed begrijpen,’ en de zaal wist: daar heb
je premier Joop den Uyl. Beide mannen overleden ruim twintig jaar geleden maar hun
gevleugelde uitdrukking maakt ze onsterfelijk. Twee dingen goed begrijpen heeft
zeker in de breinen van babyboomers voorgoed een plaats veroverd. En hoe gaat
dat met evergreens: te pas en te
onpas, op de meest onverwachte momenten, komen ze tevoorschijn. Zo schreven wij
onlangs een essay over, geloof het of niet, druppende kranen, en oeps, daar was
ie weer: twee dingen goed begrijpen. Twee dingen heel goed begrijpen zelfs. Schrijven
over lekkende kranen (1) betekent niet dat de auteurs er zelf last van hebben
(2). Integendeel, wij hebben nooit te maken met dit gekmakende verschijnsel. De
leertjes en andere essentiële onderdelen in de vele tappunten in en buiten onze
woning functioneren naar behoren. Hetzelfde geldt voor alle lichtpunten, elektriciteitpunten,
gaspunten, verwarmingspunten, kabelpunten enzovoorts. Zou ons huis louter op
deze voorzieningen worden beoordeeld dan is er sprake van een cum laude puntenlijst
ook al omdat geen van deze faciliteiten beperkt blijft tot één of zelfs maar twee
ruimten. Ergo: nergens in of buiten de woning struikel je over (losse) snoeren
of andersoortige leidingen. Plus: alle pluspunten in en rond het huis komen bovendien
ten goede aan lichaam en geest. In het geval van gas, water en licht is dat
vanzelfsprekend; zonder deze elementen kan de moderne mens nauwelijks meer leven,
zelfs in Molenrij. De enige pluspunten in ons huis, over de levensvoorwaardelijke
noodzaak waarvan je kunt twijfelen, zijn de radio- en tv-aansluitingen. Maar in
ons geval gaat die vlieger niet op. De menselijke geest dient gevoed te worden,
menen wij. Zonder informatie via radio en tv lukt dat niet. Vandaar dat wij
tijdens de verbouwing van het huis ook in dit opzicht punten wensten te scoren:
vier (!) aansluitingen in de woonkamer en in de slaapkamer en in de werkstudio elk
een. Den Uyl en Kan zeiden het al: twee dingen goed begrijpen. Een huis is één, wooncomfort
is twee.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Aan
de deurbel herkent men zijn bezoek. Kent u dit gezegde? Waarschijnlijk niet.
Geen spreekwoordenboek rept er over. De uitdrukking is verzonnen. Toch zit er
een kern van waarheid in. Geen huis immers zonder voordeurbel en geen bewoner
die voor het openen van de deur de aard van de onbekende beller al niet eens
raadde. Dat voorgevoel heeft te maken met het aantal keren dat wordt aangebeld.
Collectanten - dat zijn er in deze omgeving rond etenstijd nog al wat - bellen meestal
maar één keer. Post- en pakketbezorgers bellen doorgaans twee keer. Kort achter
elkaar drie maal of meer keren bellen betekent óf onheil óf een bel-ami die
weet dat je thuis bent. Ons huis kent twee voordeuren. Een deur geeft toegang
tot de woning, de ander tot de aangebouwde studio. Toch hebben wij maar één
deurbel. Het is een draadloos systeem. De zender met drukknop bevindt zich aan
de buitengevel naast het huisnummer en onze namen. Het batterijgevoede ontvangststation
hangt in de bijkeuken. De ding-dong is aldus waarneembaar in zowel de woning
als het kantoor. Beiden horen wij de bel nog goed, hoewel een van ons aardig
doof begint te worden. Hij is ook degene die geen gehoor geeft aan de wens van
de ander om een hond in huis te nemen. Mocht hij het geluid van de deurbel niet
meer horen dan ligt daar haar kans om dit te veranderen. Er bestaan namelijk
signaalhonden voor slechthorenden en doven. Zodra deze daartoe opgeleide dieren
een fluitketel, een magnetron, een wekker, een brandalarm of een deurbel horen,
leiden zij hun bazen naar de geluidsbron. Blaffen of grommen naar de
krantenbezorger, de postbode, de collectant, de huizenkoper of welke beller dan
ook doen ze niet. Signaalhonden zijn lief, zij zijn geen waakhonden. Die hebben
we in Molenrij niet nodig. Ons huis is geen belfort. Aanbellen staat vrij. Dit
ding-dong signaal wilden we toch even kwijt.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Tip
voor de kopers van ons huis: huur bij helder weer op vliegveld Eelde een
vliegtuigje en bekijk uw nieuwe woonplaats vanuit de lucht. De rondvlucht op
300 meter hoogte is spectaculair. Helemaal wanneer u de piloot tevens vraagt
zeehonden te zoeken in de Waddenzee. Wij maakten de vlucht enkele jaren
geleden. Het betrof een verjaardagscadeau van de een aan de ander dus het mocht
wat kosten. Sindsdien kijken we vol ontzag naar de schone (zee)lucht boven ons.
Want schoon is die lucht. Vraag het maar aan het Centrum voor Isotopenonderzoek
van de Rijksuniversiteit Groningen. Pal achter de Waddendijk bij Hornhuizen
beheert dit instituut een 60 meter hoge luchtmonstermast als onderdeel van het
Atmosferisch Meetstation Lutjewad aldaar. Het rode waarschuwinglicht voor
vliegtuigen op de mast is vanuit Molenrij goed te zien. We genieten niet alleen
van de reinheid van de atmosfeer boven ons. Vooral zomers, wanneer we buiten zitten
op een van onze terrassen, geven we ons graag over aan bespiegelingen over de
talrijke verkeersvliegtuigen die, meestal geluidloos, hoog overvliegen. Waar
gaan al die toestellen heen? Wie zitten erin en waarom? Dat soort vragen houdt
ons bezig. Wonderschoon zijn ook de contrails
die de jets kris kras in de lucht produceren. Angst boezemen die
vliegtuigstrepen ons niet in. Sommige streekbewoners denken daar echter anders
over. In Winsum woont iemand die publiekelijk waarschuwt tegen chemtrails: brede en volle strepen die
urenlang - in patronen - zichtbaar blijven. Deze strepen zijn volgens
betrokkene niet het gevolg van normale condens maar van chemicaliën die overheden
stiekem in de atmosfeer brengen ter beïnvloeding van het weer, het verstoren
van militaire opsporingssystemen, het onderwerpen van bevolkingsgroepen, het oefenen
van biologische c.q. chemische oorlogsvoering of de bescherming van
elektronisch dataverkeer tegen kosmische straling. Noem het luchthartig maar
wij hechten geen geloof aan die complottheorie. In Molenrij is
er althans van chemicaliën of van welke invloed van bovenaf dan ook niets te
merken.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Het
onderscheid tussen een ruitentikker en een glazenwasser hoeven we hier niet uit
te leggen. Het verschil tussen beide types ‘geveltoeristen’ is glashelder. Een
ruitentikker is onbetrouwbaar, vernielzuchtig en diefachtig. Zijn kwaadaardige karakter
kan ons gestolen worden. Een goed-aardige glazenwasser is echter goud waard.
Ook al heeft hij door zijn werk een heldere kijk op de spullen van klanten, hij
piekert er niet over om zich die eigendommen wederrechtelijk toe te eigenen. Een kwestie van ethiek. Glazenwassers
zijn in tegenstelling tot ruitentikkers toonbeelden van integriteit en
discretie. Onze glazenwasser uit Kloosterburen in elk geval wel. Hij is een betrouwbare
Werkman in hart en nieren. Altijd in voor een vriendelijk praatje, reinigt hij periodiek
tegen een schappelijke prijs onze ruiten aan de buitenkant van het huis en de studio.
Dat zijn er heel wat. Vrijwel alle vensters bevatten raamwerken met vier tot
zes vlakken glas per kozijn. Een honderddertigtal ruiten al met al. Laatst
hadden we de glazenwasser weer op bezoek. Voor zijn doen ongewoon klaagde hij een
beetje over het slechte weer de afgelopen weken. Niet alle dagen kon hij naar
behoren aan de slag. En de werkdagen zijn in de winter toch al zo kort, voegde
hij eraan toe. Even later vroeg hij: ‘En? Loopt de verkoop van het huis een
beetje?’ ‘Gegeven de crisis hebben we niet te klagen,’ antwoordden we naar
waarheid. ‘Er zijn al enkele bezichtigingen geweest.’ Waarop Werkman beloofde zijn
werk nog beter (‘misschien helpt het!’) te doen dan anders. Kijkjes in huizen gunt
hij intussen niemand. We bevroegen hem grappende wijs wel eens over wat hij in
ons dorp en in onze omgeving zo al zag en meemaakte. Met twinkelende ogen hield
hij beleefd de boot af. Terecht. Een ruitenreiniger met sappige
raamvertellingen gooit zijn eigen glazen in.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Reactie van Danny Werkman, onze glazenwasser: "We (mijn vrouw, dochter en ik) hebben het stukje 'raamvertelling' net gelezen. Het is een leuk verhaal om te lezen, het is net of je een boek aan het lezen bent. Complimenten voor het verhaal en de leuke woordspelingen. En zolang jullie in Molenrij wonen zal ik met vreugde en zorg jullie ramen schoonmaken."
Vlakland
Nederland stond bekend als een land van vergezichten. Stond, want adembenemende
panorama’s zijn tegenwoordig met een kaarsje te zoeken. Tien tegen een dat de
horizon wordt vervuild door hoogspanningsmasten, woontorens en andere verstorende
objecten. Toch zijn ze er nog: de onbedorven bellevues. Bij ons weten is in ons
land nooit een wedstrijd georganiseerd voor het mooiste en tegelijk verste blikveld.
Zou dit wel het geval zijn dan zou het uitzicht over de Waddenzee vlakbij ons
huis hoge ogen gooien. Weinig mensen kennen deze locatie bij buurdorp Kleine
Huisjes aan het einde van een doodlopend weggetje met halverwege, tussen twee grote
boerderijen, een slagboom die zich overigens automatisch opent. De plek is
alleszins de moeite waard. Parkeer uw auto - bij voorkeur op een heldere dag en
bij laagwater - aan het einde van de weg bij de werkplaats van het waterschap,
beklim de stoere Waddendijk en een weergaloos ruim 40 kilometer breed panorama
is uw deel. Links ligt Schiermonnikoog, rechts het Duitse eiland Borkum. In de
verte recht vooruit schitteren de duinen en zandvlaktes van de onbewoonde
eilandjes Rottumeroog en Rottumerplaat. Zeg nu zelf: daar kunnen Zeeuwse noch
Limburgse noch Friese vergezichten tegenop. Die panoramacompetitie winnen we
hier kortom met gemak. Slechts één opponent gooit mogelijk roet in het eten.
Mocht het de initiatiefnemers van Die berg komt er inderdaad lukken om in
Flevoland of waar ook een 'alpine berg van twee kilometer' van de grond te
krijgen (u heeft vast over dit opmerkelijke plan gelezen) dan kunnen alle andere
Nederlandse toppanorama’s inpakken. Hoewel? Blijkens hun eigen informatie is
het de bergredenaars om van alles te doen (woningbouw, landbouw, energie,
water, afval, sport en recreatie) behalve om uitzicht. Zó ver reiken de idealen
van deze verrekijkers kennelijk (nog) niet. Oorspronkelijk Nederland laat zich
niet zo maar uitvlakken.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Linkse keuken. Rechtse keuken. Haagse begrippen
zijn het. Politici nemen spreekwoordelijk graag een kijkje in elkaars keuken.
Om demagogisch tot de conclusie te komen dat alleen de eigen keuken deugt. Maar
klopt dit beeld wel? Echte keukenboeren
weten wel beter. Linkse keukens zijn in hun ogen even goed als rechtse keukens.
Keukenontwerpers vragen hun klanten onbevooroordeeld of zij linkshandig dan wel
rechtshandig zijn. Het onderscheid heeft namelijk gevolgen voor de volgorde van
de belangrijkste keukenfuncties: bevoorraden en opbergen, spoelen,
voorbereiden, koken en bakken. Is genoemde volgorde van links naar rechts dan
hebben we te maken met een rechtshandige keuken. Van rechts naar links betekent
een linkshandige keuken. Onze in zwart uitgevoerde keuken zou je rechtshandig
kunnen noemen. Dat komt onbedoeld goed uit want wij zijn beiden rechtshandig.
De bevoorrading vindt grotendeels plaats vanuit de links gesitueerde bijkeuken
en koelkast. De afwasmachine en de gootsteen bevinden zich ook links van het
midden. Het meest gebruikte deel van het keukenblad en het fornuis vinden we
ter rechterzijde terug. Tot zover deze reële kijk in onze keuken. De volgende
irreële vraag is: bestaat er ook zoiets als links of rechts keukengebruik? Laten
we de proef op de som nemen aan de hand van onze koffie- en theeconsumptie.
Onze coffeecorner met
koffiezetapparaat en voorraadbus bevindt zich links op het aanrecht.Rechts op het keukenblad is de tearoom. Daar staat een doos met Graaf
Grijs (Earl Grey) en andere melanges. Wat ook meeweegt: sociologen
vereenzelvigen koffieslurpers nog wel eens met progressieve coffeeshop figuren, theeleuten
daarentegen met conservatieve Teaparty
types. Een van ons drinkt louter koffie, de ander drinkt ook thee. Ergo: in ons
huis wordt per saldo meer koffie dan thee genuttigd. Maar maakt dit alles ons
tot links georiënteerde mensen? Onzin natuurlijk. Wat maakt het ook uit? Het
belangrijkste is dat onze keuken linksom of rechtsom praktisch en gezellig is.
Overtuigt u zelf. Kom kijken. De koffie en thee staan klaar. En wees gerust:
naar uw politieke voorkeur wordt niet gevraagd.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
'Mister Holland 2005' beschikte volgens kenners over 'glasharde benen', over een 'stoere tred' en over een 'glanzende huid.' Zijn talrijke dochters waren met hun 'strakke ruglijnen' en 'hellende kruisen' al even bekoorlijk. Tot ver over de grenzen was hij bekend. Geen wonder dat Lucky Mike, zoals hij werd genoemd, de meest begeerde inwoner van onze streek was. En de rijkste. De ruim een miljoen 'rietjes' die hij produceerde, kostten 27 euro per stuk. Dus reken maar uit. Wie nu denkt dat de in Nijbeets in Friesland geboren Mike de bloemetjes buiten zette, vergist zich. Zelden of nooit liet hij zich zien. Op maandagen, woensdagen en vrijdagen, in totaal zes keer per week, deed hij binnen de muren van zijn afgelegen verblijf zijn werk, slechts bijgestaan door enige om hun 'rust' en 'geduld' verkozen verzorgers. Mike's hoogtijdagen eindigden plotseling in 2009. Amper tien jaar oud werd hij volgens een bekendmaking van zijn verzorgers 'afgevoerd,' Joost mag weten waarheen. Wij mijmeren nog wel eens over Lucky Mike, al hebben ook wij hem nooit gezien. Telkens als wij bij buurdorp Kleine Huisjes, per auto of op de fiets, het schurencomplex waar Mike woonde passeren, denken wij aan zijn lot. We vrezen dat hij minder lucky het leven heeft gelaten maar zeker weten doen we het niet. Zouden zijn vroegere verzorgers het weten? Een telefoontje of mail naar Alta Semen, volgens bordjes langs de weg de eigenaar van het complex, en we horen het mogelijk. Wie achter Alta Semen schuil gaat, weten we wel al. Het is een Canadese firma die wereldwijd handelt in stierenzaad. In Kleine Huisjes en in 'productie-eenheden' met 'kunstkoeien' in onder andere China, USA en Brazilië wordt op grote schaal sperma gewonnen en in de vorm van diep gevroren doses (rietjes) verkocht ten behoeve van de kunstmatige bevruchting van koeien. Zo, nu weet u ook waar Lucky Mike zich al die tijd in onze 'achtertuin' mee bezig heeft gehouden. En? Denkt u ook dat de voormalige Mister Holland zich vier dagen per week stierlijk verveelde?
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Wie kent de situatie niet. Je vertoeft in een of
ander buitenland en ver van jouw verblijfplaats vindt een calamiteit plaats.
Het thuisfront is door berichten in de media desondanks ongerust geworden.
Onbekend met de afstanden ter plaatse informeren familieleden, vrienden en
collega’s of jij het onheil hebt overleefd. 'Heb je er dan helemaal niets van
gemerkt?' vragen ze ongelovig als je uitlegt dat de (veilige) afstand tussen
jou en de ramp vele honderden zo niet duizenden kilometers bedraagt. Zo voelen
wij ons in deze eerste week van januari een beetje in onze Groninger woonplaats
Molenrij. De landelijke media zijn op grote schaal in de provincie
neergestreken. Journalisten doen opgewonden verslag van de storm en grote
hoeveelheden neerslag, van gebiedjes die uit voorzorg onder water zijn gezet, van
een dijkje bij Tolbert dat dreigt te overstromen of te bezwijken, van veerdiensten
naar de Waddeneilanden die door het slechte weer zijn geannuleerd, van het Lauwersmeer
dat vanwege de hoge waterstand op zee geen overtollig water meer kwijt kan en
van het in een singel gelegen Groninger museum dat als gevolg van het waterpeil
mogelijk moet worden ontruimd. Het gekke is dat wij in Molenrij, los van de rukwinden
en hevige regen, weinig van alle heisa merken. Het lijkt wel of het dorp
honderden zo niet duizenden kilometers van voornoemde Groninger onheilsplekken
is verwijderd terwijl de feitelijke afstanden hooguit enkele tientallen
kilometers bedragen. Is er dan helemaal niets aan de hand in Molenrij? Worden
'we' al ontruimd? Het antwoord is neen. Onze achterban in het (buiten)land kan
gerust zijn. Los van het sterk gestegen waterpeil in het haventje voor de deur
en de door regen behoorlijk verzadigde tuingrond, is er weinig aan de hand. Alle
codes oranje, stormballen en andere noodweer exces signalen ten spijt wonen en
werken we onbezorgd door. Zorgeloos ook omdat ons boven de zeespiegel gelegen
huis geheel in lijn met de instructies op Noodpakket.nl sinds
enige tijd over een noodpakket voedsel, water, batterijen en kaarsen
beschikt. Zouden de kopers van onze woning het wensen dan laten we deze
noodvoorziening met het oog op buitengewone noodweer situaties graag achter. Laat
één ding intussen zeker zijn: we ontruimen pas zodra de verkoop definitief rond
is.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Nu
de feestdagen voorbij zijn begint het feest pas echt. Het h-feest om precies te
zijn. Alles wijst erop dat de wereldvreemde hypotheekrenteaftrek zo niet dit
jaar, dan toch een van de komende jaren op de schop gaat. De geesten worden er
rijp voor gemaakt, ook de onze. Op de meditatiezolder in onze studio denken wij
geregeld mee met de h-zorgen van de aspirant kopers van onze woning. Zo waren
wij gecharmeerd van de 'allesomvattende' h-oplossing die Nyenrode professor
René Tissen vorige maand via Cashcow.nl aanreikte. Zijn voorstel tot herstel
van de huizenmarkt kwam hierop neer: bereken voor alle Nederlandse huiseigenaren
de verwachte belastingteruggave gedurende de looptijd van hun hypotheek en stel
dit bedrag in één keer beschikbaar om (deels) de totale hypotheekschuld mee af
te lossen. De voordelen zijn evident. De woonlasten van huizenbezitters dalen aanzienlijk.
De banken lopen minder risico doordat klanten nu al hun schulden aflossen en de
resterende schulden zich beter verhouden tot de waarde van de beleende woningen.
En de overheid vaart er wel bij mits tegelijk wordt afgesproken dat de
hypotheekrenteaftrek voorgoed verdwijnt en bij de verkoop van een woning een
vooraf te bepalen deel van de meerwaarde terugvloeit naar de staatskas. Een
nadeel is wel dat de staatsschuld met ruim elf miljard euro toeneemt. Daar
staat tegenover dat na de eenmalige h-actie minder bezuinigd hoeft te worden op
andere voorzieningen. Mijmerend op de met Kerst cadeau gekregen klanken van Simeon
ten Holt’s Canto Ostinato bedachten
wij ter aanvulling nóg een optie. De Belgen gaven in 2011 massaal gehoor aan de
oproep om het almaar oplopende tekort op de begroting van hun land binnen de
perken te houden. Staatsobligaties vonden gretig aftrek. Gewone burgers namen
het lot van de Belgische staat in eigen handen. Als huisverkopers én
woningkopers vragen wij alle Nederlandse politici met een h-balk voor de kop om
ideeën als deze te omarmen en een eind te maken aan hun verlammende h-spelletjes.
Ter bespoediging van de besluitvorming richten wij zo nodig nog dit jaar een
allesbehalve conservatieve h-party op. Leden zijn t.z.t. welkom. Het
lidmaatschap van onze houseparty kost niet meer dan een 'staatslot.'
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.