Een
tikkeltje scheef maar hij staat er toch maar weer: de openbare kerstboom met
verlichting en pakjes aan de kop van het haventje in Molenrij. Elders in het
dorp heerst dezer weken, binnen en buiten, eveneens volop de kerstsfeer. Vaak
ook in de vorm van versierde en verlichte bomen. Ook wij houden de traditie van
de kerstboom in ere, zij het op een andere wijze dan gebruikelijk. Qua
kerstboom behoren wij tot de modernisten. Die onderscheiden zich van de
traditionalisten door niet te kiezen voor een fijnspar van het type Nordman,
Concolor, Conica of Omorika maar voor 'bomen' van alternatieve materialen als wilgentenen,
riet, bamboe, karton, sloophout en zelfs Legosteentjes. Onze anderhalve meter
hoge boom is van groen, doorschijnend plastic. We schaften haar vele jaren
geleden aan tijdens een eindejaarsbezoek aan Berlijn, op slechts zes uur rijden
van hier. Niet alleen is onze boom van plastic, zij is tevens opblaasbaar. Wel
zo gemakkelijk. Geen gedoe met (giftige!) naalden op de houten vloer in
onze woonkamer en geen afval na de feestdagen. Onze boom ziet er bovendien
telkens als nieuw uit. Toegegeven. Een plastic boom geurt niet en oogt minder natuurlijk
maar die tekortkomingen laten zich met kaarsen en andere sfeermiddelen eenvoudig
op een andere wijze wegpoetsen. Kortom: ook al is zij van kunststof, onze
kerstboom doet gelijk een fijnspar of den evenzeer naar huis verlangen, zelfs
als je al thuis bent. Op één punt komen 'echte' kerstbomen en kunstkerstbomen trouwens
overeen. Aan het einde van de vrede-op-aarde-kersttijd wachten beide soorten
bomen een droevig lot. Echte kerstbomen worden na gebruik ontluisterd,
afgetuigd en als het even kan platgebrand. Plastic bomen worden uitgeperst, afgeknepen
en platgedrukt. Ergo: traditionalisme of modernisme, het is een pot nat. Over
die kerstgedachte zetten we later nog wel eens een boom (recht)op.
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Klik hier als je wilt reageren.