Een
grote schrijver van kleine verhalen was hij. Bijzonder populair waren zijn
dagelijkse ‘cursiefjes’ onder het pseudoniem ‘Kronkel’ in Het Parool. Tot zijn
dood in 1987 schreef hij vele duizenden van deze ‘Kronkels.’ Vaak betrof het even
rake als ironische beschrijvingen van tobberige mannen in bruine cafés. De
auteur gebruikte de hoofdpersonen in zijn blogs avant la lettre om het leven
met humor te relativeren. Noem het een kronkel in ónze hersenen maar we moesten
gisteren aan Simon Carmiggelt (over hem gaat het natuurlijk) denken bij de
passage van het plaatsnaambord van buurdorp Kloosterburen. Het bord was
vervangen door een bord met de naam Kronkeldörp.
‘Dat is waar ook, dezer dagen is het carnaval, het zotte feest van de omkering
en de relativering,’ merkten we op. Voor wie het niet weet: in Kloosterburen
vindt jaarlijks ‘s lands noordelijkste carnaval
plaats. De optocht op zondag met een dertigtal praalwagens en einzelgängers
onder begeleiding van dansmariekes en muziekgroepen start bij het andere
buurdorp Kleine Huisjes en eindigt, traditioneel gade geslagen door vele duizenden
toeschouwers uit de verre omtrek, anderhalf uur later in de straten van Kronkeldörp.
De Prinsenwagen met dit jaar Prins Carnaval Frans I, zijn adjudant Dikky en de Raad van
Elf sluit de optocht af. Onderweg wordt - met wolken confetti -
Molenrij aangedaan. Het deels versierde dorp is dan volledig afgezet. Carnaval
is aldus de enige festiviteit in Molenrij waarbij het min of meer zwart ziet
van mensen van buiten. Intussen vragen wij ons af of Simon Carmiggelt ooit over
carnaval schreef dan wel dat hij rond die tijd eens in Kronkeldörp verbleef. We
meenden te weten van niet. Carmiggelt leek ons, ondanks al zijn onderkoelde humor,
geen man voor carnaval. Of is deze kronkel te zot voor woorden?
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.