Zouden
controleurs van de Arbeidsinspectie de omvang van het kantoor in de studio
achter onze woning keuren dan zouden zij een warm gevoel krijgen. Warm vanwege
de ruimte. Warm door de lichtinval. De Arbo-wet schrijft voor dat een kantoorplek,
inclusief circulatieruimte en ladeblok, tien vierkante meter dient te bedragen.
Met twee bureautafels, twee ladekasten en een grote wandkast op veertig
vierkante meter halen wij die norm ruimschoots. Drie daklichten, twee (openslaande)
deuren naar de tuin en drie zijramen bieden een zee aan natuurlijk licht. Wie
wil niet werken in zo’n kantoorruimte met een eigen toegangsdeur en vestiaire
bovendien? Wat laten wij de Arbeidsinspectie graag onze stek zien. Maar de
dienst heeft zich tot dusverre nog niet gemeld. De Belastingdienst wel. Die was
snel positief overtuigd. Met de betrokken ambtenaar bespraken we trouwens meer
de ligging van onze opstallen. De man bleek jaren geleden met veel plezier te
hebben gelogeerd op camping De Horizon aan het einde van onze doodlopende
straat langs de haven. De rustige kampeergelegenheid doet haar naam eer aan,
het zuidelijke uitzicht is overweldigend. De eigenaren zijn bovendien een
vriendelijk echtpaar. Oplettende lezers is het woord 'doodlopend' opgevallen.
Wij wonen inderdaad aan een doodlopende weg. Dat heeft voordelen. Van doorgaand
autoverkeer is geen sprake. Fietsers en voetgangers denken nog wel eens dat het
bord doodlopende weg aan het begin van de haven niet voor hen geldt maar ook
zij dienen bij de camping rechtsomkeer te maken tenzij ze daar hun tent, caravan
of camper hebben staan. Het plezierige gevolg is dat wij soms een praatje maken
met campinggasten en recreanten uit binnen- en buitenland. Sommigen tonen we op
hun verzoek ons huis en bureau. De moraal van dit verhaal: wie denkt dat het
wonen én werken aan een doodlopende weg saai is, heeft het mis. Een doodlopende
weg is het einde!
Jelle Leenes is schrijver, journalist en publicist.
Klik hier als je wilt reageren.